De kennis van de Goddelijke Wil verduistert de menselijke wil.

Ik ging helemaal op in de heilige Goddelijke Wil toen mijn lieve Jezus me zei: “Mijn dochter, iedere act, gebed en pijn die je ziel laat binnendringen in het licht van Mijn Wil wordt licht en is weer een straal van de zon van de eeuwige Wil. Deze stralen vormen de schitterende glorie die het schepsel kan brengen aan het Goddelijk Fiat, dat zich op zijn beurt zo buitengewoon geëerd ziet door zijn eigen licht, dat het deze zelfde stralen bekleedt met nieuwe kennis die de ziel zelfs meer bewonderenswaardige verrassingen verschaft.

Zulke kennis verduistert de menselijke wil. Deze wordt inderdaad meer verblind naarmate het licht van Mijn kennis sterker en dieper is, afhankelijk van het aantal bestaande stralen. Deze voelt zich bijna onmachtig om te handelen en geeft zich over aan de acten van het licht van Mijn Wil. Ongeveer hetzelfde gebeurt met het menselijk oog dat in de zon kijkt. De kracht van het licht bewerkt de pupil zo fel dat het licht die overheerst en het oog niet meer in staat is iets anders te zien. Desalniettemin heeft het oog zijn eigen gezichtsvermogen niet verloren. Het is het licht van de zon dat de macht bezit het zicht op wat dan ook te ontnemen en het niets anders te laten zien dan licht. Zo ook zal van de menselijke wil nooit de vrije keuze ontnomen worden. Dit grote geschenk werd de mens gegeven toen hij geschapen werd. Hiermee zal hij altijd onafhankelijk en vrijwillig kunnen kiezen om al of niet Mijn ware zoon te zijn.

De menselijke wil die vanzelf overschaduwd wordt door het licht van Mijn Wil, zal vreugde en liefde voelen voor Mijn Wil. Die zal zich gelukkig achten om Mijn Wil in actie te zien; op zijn beurt zullen de dingen hun aantrekkingskracht en vreugde verliezen.

Ik sta op het punt zoveel waarheid over Mijn Wil duidelijk te maken, precies omdat ik een intenser licht wil vormen, opdat de menselijke wil zich makkelijker laat onderwerpen en overschaduwen naarmate dit licht intenser zal zijn. Richt je blik naar de hemel. Daar zul je een prachtig beeld vinden van alles wat ik je heb verteld: Als je die ’s nachts beschouwt zal je die bezaaid met sterren zien. Als je daarentegen overdag kijkt, verdwijnen die voor je ogen, hoewel ze op hun plaats blijven. Wie bezit er zoveel kracht om op klaarlichte dag de sterren aan de horizon te doen verdwijnen? Het is de zon. Met de kracht van zijn licht heeft hij hen verduisterd, maar hij heeft hen niet vernietigd. Zo waar is dit, dat wanneer de zon maar net begint onder te gaan, hun gloed weer zou verschijnen aan het hemelgewelf. Je zou bijna zeggen dat deze sterren, bang voor het zonlicht, zich verbergen, zowel om plaats te maken voor haar actie als om stilzwijgend plechtig hulde te brengen aan zijn majesteit en pracht. Hetzelfde zal gebeuren met de zon van het Allerhoogste Fiat en de menselijke wil die zich spontaan laat verlichten door de stralen van Mijn kennis. Dank zij hun wederzijdse overeenkomst zal Mijn Wil gevestigd worden op aarde.”